Lange Weeren – Volendam

Opdrachtgever: Gemeente Edam-Volendam
Opdracht: Stedenbouwkundig Plan
Ontwerpteam: B+B Landschapsarchitecten (opdrachtnemer) + René Kuiken Urbanism
Oppervlakte: 40-80 ha
Ontwerp: 2023

Klimaatbestendig en waterrobuust ontwerpen aan een nieuw dorpsrand
Samen met buro B+B landschapsarchitecten is René Kuiken betrokken bij de planontwikkeling van de Lange Weeren-Volendam.

De Lange Weeren is een bijzondere woningbouwopgave. Verbonden met Volendam maar ingebed in het landschap. De woningbouwopgave, de wateropgave, het mobiliteitsconcept, de ambities op het gebied van natuurontwikkeling binnen de opgave en betekenis voor Volendam zijn groot en ambitieus. Hoe maak je een nieuwe landschappelijke woonwijk die goed verbonden is, sociaal en gezond en waar het prettig wonen is? Een woonwijk waar ook het hemelwater van een groot deel van Volendam wordt geborgen en die een nieuwe biotoop vormt voor nieuwe natuur? Daarnaast vormt de wijk ook nog eens het nieuwe gezicht van het dorp naar het landschap en bezoeker. Het open landschap rondom Volendam is uniek en daarmee van grote landschappelijke betekenis. De huidige uitbreidingswijken van Volendam vormen een rand aan de open polder maar zijn sterk naar binnen gericht. Lange Weere, de laatste uitbreiding richting het landschap, biedt de kans om een nieuw type dorpsrand te ontwikkelen en daarmee een overgang te realiseren tussen Volendam en het omliggende landschap. Het ontwikkelen van een nieuw type wijk, op de grens van dorp en landschap zien we als de kern van de opgave voor Lange Weeren.

300.000 bomenplan Schagen

Opdrachtgever: Gemeente Schagen
Opdracht: Bomenplan Schagen, onderdeel programma ‘Schagen groeit door’.
Ontwerpteam: Martijn Al Landschapsarchitect en René Kuiken
Projectteam Schagen: Bas Slijkerman, Florus Dijkema, Niels Dekker, Miriam van Loenhout, Arjen Woning, Niek Witteveen, Sven van Nieuwenhoven.
Status: In uitvoering, vastgesteld door het college in juli 2020.
Opgenomen in Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw 2021

De biodiversiteit en landschappen in Nederland staan onder druk, mede als gevolg van schaalvergroting en intensief agrarisch grondgebruik. Overheden en burgers maken zich zorgen over hun leefomgeving. Er gaan dan ook steeds meer stemmen op om te investeren in groen. Gemeente Schagen heeft het voornemen om het tij te keren door het planten van 300.000 nieuwe bomen. Waarmee de variatie in het landschap wordt vergroot, de biodiversiteit verbeterd en de leefbaarheid van de gemeente versterkt. Maar hoe plant je zoveel bomen in een cultuurhistorisch waardevol en open landschap? Een recent opgestelde landschapsvisie geeft hiervoor de richting.

Achteruitgang biodiversiteit en variatie in het landschap
Een van de oorzaken van de achteruitgang in biodiversiteit is de intensivering en schaalvergroting van de landbouw. Tijdens de ruilverkavelingen die met name na de Tweede Wereldoorlog plaats vonden werden kleine boerenkavels gecombineerd tot enorme velden. Daarbij werden vele sloten gedempt en kleinschalige landschapselementen als bomen en bosschages verwijderd. Meer recent hebben veel bomen te lijden gehad van ziektes. Zo is een deel van de voor de kuststrook van Schagen zo kenmerkende hakhoutbossen geveld door iepenziekte en zijn er rijen essen gekapt vanwege essentaksterfte. Het landschap wordt steeds eenvormiger waardoor de biodiversiteit en variatie in het landschap blijven afnemen.

Versterk leefbaarheid voor mens en dier
Werken aan leefbaarheid is multifunctioneel. Het vergroten ervan biedt namelijk kansen voor het creëren van een mooie, aantrekkelijke leefomgeving, een verbetering van het vestigingsklimaat voor bedrijven en bewoners, een uitbreiding van het recreatieve palet en een versterking van de eigen identiteit van de gemeente. Door te investeren in landschap en biodiversiteit vergroot je de leefbaarheid. Een gevarieerde biodiverse woon- en werkomgeving heeft kwaliteit, is aantrekkelijk en aangenaam om in te verblijven en recreëren. Dat vertaalt zich ook in economische voordelen. Gemeente Schagen kenmerkt zich door twee gezichten. Aan de kust, in de zomer en weekenden een recreatief gezicht. In het achterland en doordeweeks een agrarisch gezicht. De gemeente wil minder een tweedeling. Een onderliggende opgave van dit project is om die twee werelden meer te verenigen en ook het achterland aantrekkelijk te maken voor recreatie en toerisme. Gemeente Schagen erkent het belang om te investeren in een groene leefomgeving en ziet de brede potentie die het kan hebben. En heeft zich daarom tot doel gesteld 300.000 bomen te planten.

Een gebiedseigen en uitvoeringsgerichte landschapsvisie.
De onlangs opgestelde landschapsvisie voor de gemeente Schagen geeft een gebiedseigen en uitvoeringsgericht antwoord op de vraag hoe die 300.000 bomen in het cultuurhistorisch waardevolle en open landschap een plek kunnen krijgen. Gemeente Schagen is groot en bestaat in hoofdzaak uit vier verschillende landschapstypen. Provincie Noord-Holland heeft in de vorm van het uiterst informatieve document ‘Leidraad Landschap & Cultuurhistorie’ inzichtelijk gemaakt met welke landschappelijke en cultuurhistorische waarden er rekening gehouden moet worden bij het inpassen van ruimtelijke ontwikkelingen per landschapstype. Dit document gaat onder andere in op het behoud van waardevolle zichten en openheid en het versterken van de lange lijnen in de Zijpe- en Hazepolder. Het versterken van de afwisseling in het mozaïek landschap van West Friesland West. De wens voor het zichtbaar maken van Callantsoog als voormalig eiland. En tot slot het respecteren van de weidsheid van de Koegraspolder.
Besloten is om het laadvermogen van het landschap leidend te laten zijn bij het uiteindelijke aantal bomen. 300.000 bomen is geen vaststaand getal, het geeft de ambitie van het project weer. Het aantal is ook multi-interpretabel. Ga je bijvoorbeeld uit van een volgroeid bos met zo´n 200 bomen per hectare of van een net aangeplant bos met ongeveer 5000 bomen per hectare? In de landschapsvisie wordt gesteld dat de bomen ook struiken of andere landschapselementen kunnen zijn. Een combinatie van verschillende typen groen heeft zelfs de voorkeur omdat juist de overgangen tussen groentypen veel ecologische waarde hebben.

Strategische aanpak
Bovenstaande uitgangspunten hebben geleid tot het opzetten van landschappelijke bouwstenen. Specifiek voor de verschillende landschappen, onderverdeeld in de kenmerkende ruimtelijke elementen; lijnen, erfbeplanting en specials. Ruimtelijke elementen die onderdeel uitmaken van het cultuurhistorisch waardevol landschap. Deze bouwstenen brengen de mogelijkheden die passen in het landschap in beeld en laat de keuzemogelijkheden zien. De bouwstenen blijken een toepasbaar flexibel middel die fasering in tijd en proces mogelijk maakt. Het geeft bedrijven en bewoners handvaten om ook zelf projecten te initiëren. Dit laatste is belangrijk omdat de gemeente relatief weinig grond in het bezit heeft. De landschapsvisie vraagt een actieve en telkens wisselende rol van de gemeente. En soms blijft de rol van de gemeente beperkt tot advies of in het in overleg met grondeigenaren vastleggen van groen in beleid. Soms trekt de gemeente een grote rol naar zich toe zoals bij de aankoop van gronden voor realisatie van een bos. De belangrijkste taak is actief en transparant mensen en projecten verbinden. Een mooi voorbeeld daarvan is het herstel van een aantal hakhoutbossen. Het initiatief daarvoor kwam van een groep enthousiaste bewoners. Hoogheemraadschap en een
betrokken agrariër stelden hun grond ter beschikking. De gemeente bracht de verschillende partijen bij elkaar en borgt de herstelde hakhoutbossen in het beleid. De vastgestelde landschapsvisie blijkt een zeer bruikbaar middel te zijn waarmee de verschillende stakeholders (o.a. gemeente, hoogheemraadschap, bedrijven en burgers) kunnen werken aan de transformatie van het landschap om zo de leefbaarheid voor mens en dier te versterken.

Versterkt landschap
Aan de hand van de bouwstenen wordt gefaseerd gewerkt aan een groen raamwerk, waarmee het onderscheid tussen de vier landschappen beter afleesbaar wordt. De lange lijnen van de Haze- en Zijpepolder worden aangezet met stevige groenstructuren haaks op de kust en het herstel van hakhoutbos evenwijdig aan de kust. Het fijnmaziger mozaïeklandschap in West Friesland west wordt versterkt door het planten van rijen bomen en heesters langs wegen. De Koegraspolder behoudt zijn karakteristieke openheid, in dit landschap beperkt nieuw groen zich tot het met erfbeplanting omsluiten van de XXL-schuren. Met uiteindelijk een versterkt landschap als resultaat. Een groene woon- en werkomgeving, aantrekkelijker voor recreatie en toerisme en een vergrote biodiversiteit.

‘Esplanade’ Amsterdamse Vaart – Haarlem

Opdrachtgever: Gemeente Haarlem
Opdracht: Ontwerp tijdelijke boulevard als entree Haarlem
Ontwerpteam: Martijn Al Landschapsarchitect en René Kuiken
Technisch advies: van Reden Advies
Ontwerp verkeerskundige opzet: Goudappel Coffeng
Realisatie: 2018
Winnaar Lieven de Keypenning 2021

Van weg naar plek
De westelijke entree van Haarlem vormt van oudsher een belangrijke entree voor autoverkeer naar Haarlem. Sinds de komst van een fly-over maakt minder verkeer gebruik van deze weg waardoor het mogelijk werd het aantal rijstroken terug te brengen.
Gemeente Haarlem heeft het voornemen deze vrijkomende ruimte in de toekomst te benutten voor het realiseren van een gracht. Omdat deze gracht nog zeker tien jaar op zich laat wachten ontstond er ruimte om de vrijkomende rijstroken om te vormen tot een tijdelijke groene ontmoetingsplek.

Handhaven asfalt maakt budget vrij voor inrichting
Het afvoeren van al het asfalt zou kostbaar zijn en dit zou tot gevolg hebben dat er geen budget overbleef voor de groeninrichting. Door het asfalt grotendeels te handhaven kwam er budget vrij voor een tijdelijke inrichting. Dit is vervolgens ingezet voor het maken van een levendige en groene esplanade.

Twee kilometer lang verblijfsgebied
Minimale ingrepen dragen er zorg voor dat de voormalige rijweg de uitstraling krijgt van een voetgangersgebied. Daarbij is gestreefd om de openbare ruimte ruimtelijk gezien een maximale breedte te geven. Dit wordt bereikt door stukken uit het asfalt te zagen en die vervolgens in te planten met bloeiende planten en siergrassen. De boulevard is tevens onderscheidend van de gewone rijweg gemaakt door deze deels Kawasaki groen te verven met lijnen, sport- en spelaanleidingen.

Bewoners brengen openbare ruimte tot leven
Bewoners hebben een grote rol gespeeld tijdens het ontwerpproces, ook na de herinrichting blijven de bewoners actief betrokken. De herinrichting vormt namelijk geen eindbeeld maar een startpunt. Het biedt een basis voor de grote bewonersenergie, voor nieuwe initiatieven en gebruik.
De wijkraad werkt verder aan de esplanade. Door de gemeente te ondersteunen in het onderhoud van de beplanting, organisatie van opruimdagen en door toezicht op het gebruik. Maar zeker ook door het de komende jaren programmeren met evenementen zoals Koningsdag of sportwedstrijden en het verder invullen van deze tijdelijke experimentele openbare ruimte.

Centrumplan Emmeloord

Opdrachtgever: Gemeente Noordoostpolder
Opdracht: Ontwerp + participatie Centrumplan Emmeloord
Ontwerpteam: Strootman Landschapsarchitecten (opdrachtnemer) + René Kuiken Urbanism
Oppervlakte: 18 ha
Ontwerp: 2016-2017
Realisatie: vanaf 2018
Foto's realisatie: Pieter Kers

Samen naar een levendig stadshart
Hoe timmer je plannen voor de toekomst niet potdicht, maar geef je wel duidelijk richting? De bewoners van Emmeloord willen een compact, gezellig, levendig en ‘eigen’ centrum. Samen bedachten we in een open planproces de contouren voor een nieuw centrumplan. Dat plan steunt op acht ruimtelijke principes, die ook bij wijzigingen sturend blijven. Ze zorgen ervoor dat de lege plekken in het stadshart worden opgevuld, dat er sfeervolle, groene winkelstraten komen met winkels aan twee zijden.

Het centrumplan geeft richting aan de ruimtelijke kwaliteit van het centrum van Emmeloord, maar laat tegelijkertijd voldoende ruimte vrij voor toekomstige ontwikkelingen. De ruimtelijke principes blijven ook bij wijzigingen van het plan sturend. In juni 2020 zijn tulpenbomen aangeplant op de Deel. Waar eerder auto’s stonden, ontstaat nu een levendig stadshart. Zeker sinds in juni 2021 het nieuwe horecapaviljoen De Deel open is gegaan.

De ruimtelijke principes voor het centrum zijn:
1. Maak het centrum compact
2. Hecht het centrum aan de omgeving
3. Maak sterke contrasterende koppen
4. Zorg voor dooradering van het centrum met winkelstraten
5. Plaats voorkanten tegenover voorkanten
6. Grote winkels inpakken
7. Parkeerplaatsen geleden en vergroenen
8. Sfeervolle openbare ruimte maken

Flexibel en precies
Het centrumplan is flexibel en de precieze invulling wordt per deelgebied verder uitgewerkt. De ruimtelijke principes blijven daarbij sturend: ze sturen erop dat de lege plekken in het stadshart worden opgevuld, dat er winkelstraten ontstaan met winkels aan twee zijden, en dat er sfeervolle groene straten komen. Naast nieuwe winkels worden ook horeca en wonen ingezet om de diversiteit en de levendigheid van het stadshart te bevorderen.

Het centrumplan is tot stand gekomen door middel van een intensief open planproces, waarbij bewoners ideeën konden presenteren, voorkeur konden geven, en echte keuzes konden maken voor de toekomst van hun centrum. Dit proces werd al in 2015 door de gemeente opgezet onder de naam ‘Hart voor Emmeloord’. De gemeente heeft bewust gekozen voor een bottom-up aanpak voor het centrum, dat stapsgewijs verder wordt uitgewerkt en ook stapsgewijs zal worden uitgevoerd.

Balklandpark-Harlingen

Opdrachtgever: Gemeente Harlingen
Opdracht: Definitief ontwerp parkinrichting
Ontwerpteam: Strootman Landschapsarchitecten en René Kuiken Urbanism i.s.m. werkgroep Balklandpark Noord
Proces: 2021 begonnen met uitvoering

Harlingen creëert met het nieuwe Westerzeedijkgebied een aantrekkelijk recreatiegebied voor inwoners en een groen welkom tot de stad. Het Westerzeedijkgebied heeft prachtige mogelijkheden om niet alleen het toerisme van Harlingen te versterken, maar ook om een fijne plek te bieden aan inwoners om te recreëren. De gemeente zet zich in om de potentie van deze plek te verzilveren. Het Westerzeedijkgebied wordt een parkgebied, dat dé schakel vormt tussen stad, dijk en buitengebied. Een fijne plek voor toeristen en Harlingers, om te bewegen, rust te vinden, te genieten of lekker te spelen. Een belangrijk onderdeel van het gebied is de ontwikkeling van het Balklandpark. Hiervoor is nu een definitief ontwerp opgesteld.

Balans in sport, spel, rust en natuur
Het bewegen en sporten stimuleren, is een van de doelstellingen van de gemeente Harlingen. Een sport- en speelpark als het Balklandpark draagt niet alleen hieraan bij, maar biedt ook op maatschappelijk niveau mogelijkheden. Het verbindt bewoners, van de stad, draagt bij aan de integratie van inwoners en het behoud van het voorzieningenniveau. Kortom het park vergroot de leefbaarheid van de stad.
Daar waar het gaat om beleefbaarheid en aantrekkingskracht zijn rust en natuur belangrijke kwaliteiten. De uitdaging voor dit deel van het Westerzeedijkgebied is dan ook een juiste balans vinden tussen sport, spel, recreatie, beleving en natuur. Tussen activiteit en rust. Activiteit, functies en natuurbeleving zijn nodig om mensen naar dit gebied te trekken - waar rust bijdraagt aan biodiversiteit om een zo breed mogelijke doelgroep aan te spreken. In de juiste balans is het Balklandterrein hiervoor een uitermate geschikte plek. Het ligt tegen de binnenstad aan waar (bijna) geen sport-, spel- en grotere groenvoorzieningen zijn en is daarmee dus een mooie toevoeging voor dit deel van Harlingen.

Prins Bernardhoeve, Zuidlaren

Opdrachtgever: Gemeente Tynaarlo
Opdracht: Stedenbouwkundig Programma van Eisen, Stedenbouwkundig Plan
Ontwerpteam: Strootman Landschapsarchitecten (opdrachtnemer) + René Kuiken Urbanism
Oppervlakte: 17 ha
Ontwerp: 2020

Landschappelijk wonen naast het centrum
De Prins Bernard Hoeve, een leegstaand evenemententerrein in Zuidlaren, gemeente Tynaarlo, krijgt een nieuwe bestemming. Voor de uitwerking van de woningbouw op het terrein en de Hunze-as zijn Strootman Landschapsarchitecten en René Kuiken Urbanism geselecteerd.

De gemeenteraad van Tynaarlo heeft eind vorig jaar de ontwikkelrichting voor het centrum van Zuidlaren vastgesteld. Daarbij is ervoor gekozen om de Prins Bernard Hoeve, kortweg aangeduid als PBH-terrein, een nieuwe invulling te geven met een deel winkels en een deel woningen.

Een team van LAOS, Specht en PAU werkt aan de plannen voor de centrumontwikkeling en het voorste deel van het PBH-terrein, waar de winkels moeten komen. Strootman Landschapsarchitecten + René Kuiken Urbanism zijn verantwoordelijk voor de uitwerking van de woningbouwlocatie en de Hunze-as. Beide teams werken bij de ontwikkelplannen nauw samen.

Dorp en landschap
Zuidlaren heeft een prachtige ligging op de grens tussen de Hondsrug en het Hunzedal. De vele brinken, relicten van een historische verbondenheid van het dorp met het landschap, maken Zuidlaren tot een bijzonder groen dorp. De groene aankleding en openbare ruimte zijn dominant als identiteitsdragers van het dorp, waardoor groenstructuur en bebouwing onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
Wij zien in de ontwikkelingen de kans om de samenhang tussen het landschap en het dorpscentrum te versterken.

Johan Wagenaarkade – Utrecht

Opdrachtgever: Mitros
Opdracht: Verdichtingsopgave / 54 woningen
Ontwerpteam: WE Architecten en René Kuiken Urbanism / ism Martijn Al Landschapsarchitect (inrichting buitenruimte)
Realisatie: start bouw eind 2020

Aan het Amsterdam-Rijnkanaal in de wijk Oog-in-Al ligt een krachtig stedenbouwkundig ensemble van woningen en een kerk uit de jaren '50. De woningen van Mitros zijn toe aan vernieuwing. Mitros wil bijdragen aan de verdichtingsopgave in de gemeente Utrecht en wil drie blokken met in totaal 20 duplexwoningen aan de Johan Wagenaarkade vervangen door nieuwbouw met 54 woningen.

Door de bouw van Leidsche Rijn ligt het Amsterdam-Rijnkanaal midden in Utrecht en tegelijk staat het in verbinding met de buitengebieden en de natuur ten noorden en zuiden van de stad. Dit biedt de unieke kans om van de oevers van het Amsterdam-Rijnkanaal stapsgewijs een aantrekkelijke recreatieve, ecologische en groene parkzone te maken. De locatie aan de Johan Wagenaarkade kan bijdragen aan deze ontwikkeling van het groene oevers van het kanaal.

De brede asfaltweg voorlangs het ensemble komt te vervallen en het park wordt doorgetrokken waarbij de gebouwen in het groen worden geplaatst. De binnentuin met kindercentrum vormt een subtiele en rijk opgezette binnenwereld waar bewoners en omwonende elkaar informeel kunnen ontmoeten. Bestaande kwaliteiten van de binnentuin, de vele toegangen en consistent doorgevoerde metselwerk materialisering, maken de binnentuin een bijzondere ruimte die een belangrijke rol speelt in de nieuwe configuratie.

Westerzeedijk – Harlingen

Opdrachtgever: Gemeente Harlingen
Opdracht: Schetsontwerp / Gebiedsontwikkeling
Ontwerpteam: Strootman Landschapsarchitecten en René Kuiken Urbanism
Proces: Schetsontwerp vastgesteld eind september 2019

Het Westerzeedgebied wordt ontwikkeld tot een aantrekkelijk, authentiek gebied, dat als schakelgebied fungeert tussen de stad en het buitengebied en bestaande kwaliteiten versterkt. Daarnaast draagt het gebied bij aan de ambitie van Harlingen om een gezonde stad te zijn door fietsers en voetgangers in het gebied op 1 te zetten, de auto te gast te laten zijn en aanleiding te geven voor sport, spel en recreatie.

De gemeente Harlingen ontwikkelt het Westerzeedijkgebied in samenwerking met de Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân tot een aantrekkelijk, recreatief gebied. In november 2018 is het voorkeursmodel voor de ontwikkeling van het Westerzeedijkgebied vastgesteld door de gemeenteraad van Harlingen. In het voorkeursmodel is aangegeven dat de ontwikkelingen in het gebied worden ingebed in een ruimtelijk raamwerk.
In het voorjaar van 2019 is dit ruimtelijk raamwerk uitgewerkt in het schetsontwerp Westerzeedijk. In het schetsontwerp worden onder meer het karakter van het ruimtelijk raamwerk en de plek van verkeersontsluitingen en routes behandeld. Op 25 september 2019 is het schetsontwerp Westerzeedijk vastgesteld door de gemeenteraad.
Strootman landschapsarchitecten en René Kuiken Urbanism zijn met ontwerp en proces betrokken bij het voorkeursmodel en het schetsontwerp.

Juko – Parkblokken

Opdrachtgever:Mitros
Opdracht: 40 ouderenwoningen+stedenbouwkundige inpassing
Ontwerpteam: René Kuiken Urbanism i.s.m. WE architecten

Juko Parkblokken - Nieuwegein

Het terrein van de voormalige Jutphaas Korfbal (Juko) vereniging lag voorheen in de open polders aan de rand van het dorp Jutphaas. De sterke groei van Nieuwegein vanaf de jaren '70 heeft dit gebied volledig omsloten en maakt dat het noordelijk gelegen Hesseveld samen met het Juko-terrein een grote aaneengesloten open ruimte tussen de bebouwing vormen. De ontwikkeling van het Juko-terrein biedt de kans om de historische verbinding met het Hesseveld te herstellen en de kwaliteiten van het park te verstevigen voor de buurt.

Het zou goed zijn om de groene kwaliteiten van het Hessepark door te laten lopen tot aan de Hildo Kropstraat met een parksetting voor de nieuwe bebouwing. De woningtypologie en opbouw van de bouwvolumes zijn afgestemd op de parksetting. Zo zijn de woningen over twee gebouwen verdeeld om het park optimaal door te kunnen laten lopen. Ook is er gekozen voor alzijdige gebouwen met vier 'woongevels', zodat er geen achterkanten in het park ontstaan. Door de bouwvolumes in hoogte te laten aflopen wordt aangesloten op de lagere bebouwing rond het park.

De architectuur wordt gekenmerkt door een ingetogen uitwerking die de expressieve getrapte volumes tot een rustige eenheid brengt. Een helder metselwerk gevelgrid bindt de verschillende ruimtes achter de gevel samen, van woonkamers tot slaapkamers en van buitenruimtes tot corridors. Er ontstaat een levendige gevel door de woonkamers aan de buitenzijde te leggen en de privé buitenruimtes voor de slaapkamers te positioneren. De grote terrassen - georiënteerd zijn op het zuiden - worden gedeelde buitenruimtes voor alle bewoners. De materialisering wordt uitgewerkt in verschillende aardetinten om de harmonie met het park verder te versterken. Het gevelgrid wordt uitgewerkt in metselwerk met een subtiele verbijzondering in het metselwerkverband. In de kopgevels klimt de natuur ook letterlijk in het gebouw met planten vanuit het park en nestkasten in het metselwerk.

Station Uithof – Utrecht

Opdrachtgever: Gemeente Utrecht, BNA Onderzoek
Opdracht: Ontwerpstudie Snelweg & Stad
Ontwerpteam: Ton Venhoeven (VenhoevenCS), Niels Heeres & Ron Linschoten (Sweco), Martijn Al Landschapsarchitect en René Kuiken

Utrecht Oost: Bereikbare gezonde stad

De potentie van Utrecht Oost is groot. Het is het deel van de stad Utrecht, de snelst groeiende stad van Nederland, waar de groei doormiddel van inbreiding goed opgevangen kan worden. Tevens is het, met onder andere de Uithof, de motor van de kenniseconomie van Utrecht. De prognose van het aantal reizigers van en naar dit gebied is enorm. Tot 2030 zou er sprake zijn van een verdrievoudiging van het aantal reizigers. Veel reizigers worden nu met enorme bussen dwars door de stad vervoerd. Vanaf 2018 zal een aanzienlijk deel van deze bezoekers met de sneltram (Uithoflijn van Utrecht Centraal- Uithof) gaan. Dit zal een hele verbetering zijn maar helaas is al voorspeld dat de Uithoflijn hoogstwaarschijnlijk binnen 12 jaar aan z’n maximale capaciteit zal zitten. Gesteld kan worden dat de grootste bedreiging voor Utrecht Oost de bereikbaarheid is.

Utrecht Oost is een unieke snelweglocatie met in principe een maximale bereikbaarheid voor de auto. Dit betekent echter veel ruimte voor parkeren, grote infrabundels en vandaag de dag files in de spits. Ook heeft dit geleid tot een niet erg kwalitatief hoogstaande openbare ruimte en kan je spreken van een minimale bereikbaarheid voor de voetganger.

Wil het gebied de groeipotentie maximaal inwilligen dan zal Utrecht Oost maximaal moeten inzetten op het aantrekken van voetgangers en fietsers.

1. Multimodale bereikbaarheid en ketenmobiliteit verbeteren
Multimodale bereikbaarheid van Utrecht Science Park is een belangrijke voorwaarde om het gebied als campus tot bloei te laten komen. Dat betekent betere en snellere OV verbindingen, meer capaciteit voor grote reizigersstromen, goede regionale fietsverbindingen, beperking van autoverkeer vanaf de A27 en A28 en een tweede P+R voorziening. Grote massa’s fietsen en fietssnelwegen op de campus moeten daarbij vermeden worden om te voorkomen dat zij de cruciale voetgangersgebieden verstoren. Door auto- en fietsverkeer ter plaatse van de P+R’s op te vangen en uitsluitend tram, recreatief fietsverkeer en logistieke diensten op de campus toe te laten komen parkeerterreinen en fietsenstallingen vrij voor verdichting, ontstaat ruimte voor voetgangers en een aantrekkelijk campusmilieu met grote voordelen voor het klimaat van kennisdeling en ontwikkeling.

Wij willen de ontsluiting van Utrecht Oost structureel verbeteren met een nieuwe regionale lightrailverbinding tussen Woerden, Utrecht Oost en Amersfoort met een lightrailstation bij de Uithof. De huidige Uithoflijn zal snel vol zitten en de geplande tweede tramlijn door het centrum van Utrecht heeft te weinig snelheid en capaciteit. Uithoflijn en tramlijn zijn bovendien afhankelijk van Utrecht Centraal dat nu al zwaar belast wordt. Een extra lightrail verbinding voor de regio en de Uithof zorgt er ook voor dat de Uithoflijn en de noordelijke tramlijn door het centrum meer waarde voor de stad krijgen omdat zij meer als stoppende stadstrams kunnen worden ingezet.

2. Voetgangers, verdichting en fijnmazigheid goed voor campusmilieu
Een verdere uitbreiding van het USP leidt zonder slimme planning tot slechtere bereikbaarheid, meer auto’s en driedubbel-gelede bussen en spontane fietscolonnes die samen het campusmilieu ondermijnen. Het gebied heeft nu al veel slecht benutte ruimte in de vorm van parkeerterreinen en extreem brede wegprofielen zoals bij de A28, de Archimedeslaan en de Waterlinieweg die onaantrekkelijk zijn voor voetgangers. Dankzij de nieuwe lightrail verbinding en een 2e P+R kunnen wegen versmald en aantrekkelijk gemaakt worden voor voetgangers en recreatieve fietsers en ontstaat ruimte voor aantrekkelijke openbare ruimte en verbetering van langzaam verkeersnetwerken en nieuw gemengd programma in Utrecht Oost.

Het nieuwe station en de P&R genereren voetgangersstromen die bijdragen aan het campusmilieu, de levensvatbaarheid van voorzieningen, de levendigheid en de sociale veiligheid in het gebied. Een langzaamverkeersboulevard op de plaats van de Archimedeslaan verbindt de Uithof met Rijnsweerd en voert de voetgangers op een aantrekkelijke manier door het gebied. Dit wordt een aantrekkelijke route met winkels, restaurants, bars, terrassen, musea, conferentieruimtes en veel ruimte voor ontspanning. Dit is de kern van de campus waar vriendschappen en informele uitwisseling van kennis tussen verschillende faculteiten, onderzoek en onderwijs, start-ups en durfinvesteerders gestimuleerd worden. Om deze verbinding optimaal te laten functioneren moet de Archimedeslaan over het pootje van de A28 kruisen. Dat is omgekeerd ten opzichte van de huidige ongelijkvloerse kruising die daarom moet worden aangepast.

3. Groene netwerken, erfgoed, sport en recreatie
Er is veel groen in Utrecht Oost, maar het is ook erg versnipperd. Dit is nadelig voor de leefkwaliteit van mensen en de biodiversiteit in stad en omgeving. Daarom willen wij de grote hoeveelheid sport en recreatiegebieden, de forten van de Waterlinie, de Kromme Rijn en Amelisweerd verbeteren en onderling verbinden tot een samenhangend groen blauw netwerk dat de verbinding vormt tussen de binnenstad en de bijzondere landschappen aan de oostzijde van Utrecht.

4. Maatschappelijke kosten en baten
Het is belangrijk een goed overzicht te krijgen van alle maatschappelijke kosten en baten van dit plan. De kosten bestaan vooral uit aanleg van de lightrailverbinding, stations en reconstructie van de kruising A28/Archimedeslaan. Daarnaast zijn er kosten van herprofilering van Waterlinieweg en Archimedeslaan. Aan de batenkant zijn er besparingen op de busverbinding en exploitatie en verminderde druk op de Ring Utrecht Lunetten/Rijnsweerd. Ook zijn er opbrengsten uit grondexploitatie, OZB en economische baten, zoals verbetering van het vestigingsklimaat en de concurrentiekracht van de regio in internationaal perspectief. Verder zijn er allerlei maatschappelijke baten op het vlak van verbeterde volksgezondheid door fietsen, lopen en verbeterde openbare ruimte.

Een dergelijke verscheidenheid van kosten en baten vergt een goede finance en governance structuur. Verschillende kosten en baten komen terecht bij verschillende partijen, ondernemers, burgers, overheden en kinderen. Daarom moet dit plan als multiple business case beoordeeld en gemanaged worden.

Pluspark Spijkenisse

Opdrachtgever : Atelier Rijksbouwmeester / INTI
Type : Ontwerpend onderzoek bloemkoolwijken
Status : Studie afgerond, uitvoering in voorbereiding
Periode : 2014 - ...
Team : René Kuiken Urbanism i.s.m. LOLA landscape architects en WE architecten

In het kader van het onderzoeksproject 'Oog voor de Buurt' van het atelier Rijksbouwmeester werken LOLA landscape architects, WE architecten en René Kuiken Urbanism samen aan een ontwerpend onderzoek naar mogelijke ingrepen in de wijk Spijkenisse Zuidwest met als doel verbetering van de fysieke omgeving én het imago van de wijk.

In dit onderzoek hebben wij ons gericht op de kansen en potenties van de wijk, en hoe deze verder ontplooid zouden kunnen worden. In ons buurtonderzoek kwamen drie 'hotspots' van kansrijke plekken in de wijk naar voren (Park Braband, het ommeland en De Akkers).

Het PLUSPARK in 't kort:
1) als entiteit: de groene zones tussen de kansrijke gebieden als samenhangende ontwerpopgave te benaderen, met als start het vrijmaken van de twee zichtlijnen over het Pluspark.
2) als verbinding: het wandelpad in de hoogspanningsmasten-zone zorgt voor een recreative verbinding in de wijk, de oeververbinding en trekpontjes bij Park Braband verbinden de wijk met het ommeland.
3) als activator: met een pilotproject wordt onderzocht hoe het gebruik en de beleving van deze ruimte kan worden versterkt.

Naast een ontwerp heeft er ook een interview plaats gevonden met dhr. Dresden, stedenbouwkundige ten tijde van de totstandkoming van Spijkenisse Zuidwest. In dit interview wordt ingegaan op de bijzondere vorm van participatie die toen heeft plaats gevonden. Interview dhr. Dresden

MRA – Heerhugowaard

Opdrachtgever: Gemeente Heerhugowaard, BNA Onderzoek
Opdracht: Ontwerpstudie Zaancorridor
Ontwerpteam: Ton Venhoeven (VenhoevenCS), Robert Jan Roos, Beate Vlaanderen, Marc Starmans, Bert van Eekelen (Arcadis) en René Kuiken

Heerhugowaard onderdeel van de Metropool Regio Amsterdam

De Zaancorridor, met de HAL-regio (Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk) aan haar kop, speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van de Metropool Regio Amsterdam. Om die kans te verzilveren is een optimaal vervoerssysteem vereist. Een ritje in de trein van Amsterdam CS naar Heerhugowaard duurt nu nog circa 46 minuten. Maar deze tijd kan drastisch worden teruggedrongen (tot ongeveer een half uur) als de Zaanse stations op het Amsterdamse metronet worden aangesloten. Komt daarbij een verlenging van het Programma Hoogfrequent Spoor tot aan Heerhugowaard dan wordt de bereikbaarheid optimaal.
Naast een optimaal vervoerssysteem voor de Zaancorridor zijn ruimtelijke ontwikkelingen rond de knooppunten cruciaal. Ruimtelijke ontwikkelingen, vooral gemengd programma, zijn noodzakelijk om zoveel mogelijk reistijd in vóór- en natransport te beperken en om een tegenspits te creëren. De Zaancorridor is nu nog vooral éénrichtingsverkeer en mensen zijn nog veel tijd kwijt om op hun uiteindelijke bestemming te geraken. Belangrijk is dat de verschillende knooppunten aan de Zaancorridor meer werkgelegenheid, regionale voorzieningen en recreatieve bestemmingen ontsluiten. Dat geldt ook voor het stationsgebied van Heerhugowaard. Zonder ruimtelijke ontwikkeling is geen gezonde exploitatie mogelijk, zal er geen hoge frequentie komen en wordt Heerhugowaard geen onderdeel van de metropool ontwikkeling.
De gemeente Heerhugowaard zet in op zorg en onderwijs rond het station maar er zijn serieuze mogelijkheden om dit te combineren met een breder programma. De HAL-regio is de poort naar de regio Noord-Holland Noord, en daar zitten industrieën die belangrijk zijn voor de metropool. Je hebt er bijvoorbeeld de meest gevarieerde Greenport van Nederland. Daarnaast zijn er mogelijkheden om bestaande en nieuwe toeristische bestemmingen te ontwikkelen. Maar het is ook een regio die problemen heeft met het vinden van hoogopgeleide personen. Heerhugowaard kan een belangrijk knooppunt worden als hoogopgeleiden die in Amsterdam wonen binnen een half uur met de trein in Heerhugowaard kunnen zijn om er te werken. Om ook alle andere ontwikkelingen in de nabijheid van het station en wat verder weg goed bereikbaar te maken moet het stationsgebied voor alle verkeerssoorten goed bereikbaar worden. In het ontwerp voor dit knooppunt moet gezocht worden naar de juiste combinatie van maatregelen om het station van Heerhugowaard tegelijk een aantrekkelijk knooppunt èn bestemming in Noord Holland Noord te maken.

Naast het werken aan verbetering van de knoop- en plaatswaarde op regionaal niveau moeten er ook op het schaalniveau van de stad verbeteringen worden doorgevoerd. Heerhugowaard als geheel, maar zeker het stationsgebied moet meer inzetten op verruiming van de mogelijkheden voor aantrekkelijk langzaam verkeer en openbaar vervoer. Om het gebruik van de openbare ruimte te intensiveren moet de kwaliteit en het gebruik van de openbare ruimte omhoog. Dit vraagt een combinatie van betere voorzieningen, meer werkgelegenheid en veel en aantrekkelijk overig gemengd programma. Een aantal in gang gezette projecten, zoals de ondertunneling van de Zuidtangent onder het spoor, zou hier met enige aanpassingen een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren.
Over 50 jaar zullen Heerhugowaard en de HAL-regio met 200.000 inwoners het regionale centrum van regio Noord-Holland Noord zijn, met hoogwaardige, hoogfrequente openbaar vervoersverbindingen verbonden met de rest van de metropoolregio. De HAL-regio heeft dan een duidelijk eigen karakter op de Zaancorridor en speelt met een groot aanbod van mensen, energie, voedsel en aantrekkelijke regionale voorzieningen een cruciale rol in het metabolisme van de Metropool Regio Amsterdam.

Ruimtelijke ontwikkelingen
Om het stationsgebied van Heerhugowaard meer bestemming te laten worden zal de huidige focus van de gemeente op zorg en onderwijs in deze zone verbreed moeten worden.
Een interessante industrie is bijvoorbeeld de agribusiness. In Noord-Holland Noord ligt een van de 6 Greenports van Nederland en wel de meest veelzijdige. Dit is een sector waarmee een hoop geld en mensen gemoeid is maar die ook naarstig op zoek is naar hoger opgeleid personeel. De situering van hoofd- en handelskantoren en laboratoria direct naast het goed ontsloten treinstation van Heerhugowaard zouden hier wellicht een oplossing voor kunnen bieden.
Een andere groeiende business is Energie. Noord-Holland Noord neemt deel aan Energy Valley en de gemeente Heerhugowaard is hierin weer een voorloper, met oa. Stad van de Zon. Ook deze industrie zou bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van het stationsgebied. Ten slotte zijn er mogelijkheden voor de vrijtijdsindustrie en het toerisme, bijvoorbeeld rond Broek op Langedijk en Scharwoude.

Infrastructurele ontwikkelingen
Naast stevige knooppunten dient de corridor ook over een optimaal vervoerssysteem te beschikken, wil het maximaal profiteren en bijdragen aan de Metropool Regio. Wat dat betreft is er voor de HAL-regio nog een slag te slaan. De reistijd van Amsterdam CS naar Heerhugowaard is nu 46 min, terwijl de reistijd naar Amersfoort en Hoorn, met een even lang traject respectievelijk 32 en 34 minuten is.
Die vermindering van reistijd is in onze optiek op verschillende manieren te realiseren. Een voorbeeld van een ingreep die dit mogelijk maakt is om metrolijn 50 vanaf station Sloterdijk door te trekken over het oude Hembrugtraject. Deze lijn loopt paralel aan de Zaanlijn op eigen spoor tot Uitgeest en ontsluit tegelijk het nieuwe Hembrugterrein. Uitgeest wordt dan een poortstation met aansluiting op het treintraject Hoorn-Den Haag. De Zaancorridor is hiermee gevrijwaard van sprinters, onnodige tussenstations en kan maximaal efficiënt worden gebruikt. De reistijd naar Heerhugowaard zou hiermee verlaagd kunnen worden tot 32 minuten.

Heerhugowaard: van dominant autonetwerk naar aantrekkelijke gemengde netwerken.
Een belangrijke factor om het stationsgebied een aantrekkelijke bestemming te laten worden is het vergroten van het aantal mogelijke interacties in het gebied. Dat kan door aantrekkelijke openbare ruimte te combineren met goede voorzieningen en ander gemengd programma. De beoogde onderdoorgang van de Zuidtangent onder het spoor en de noodzakelijke perronverlenging kunnen worden aangegrepen om dat te bewerkstelligen. De Zuidtangent is een belangrijke entreeweg van Heerhugowaard en is redelijk druk. In het huidige 67 m brede profiel is echter slechts 4,5 meter stoep te vinden terwijl het ook de route van het station naar het stadshart is.
Wij stellen ter verbetering een ruime middenberm en gescheiden rijbanen voor, waarmee tegelijk de veiligheid en oversteekbaarheid vele malen wordt vergroot en de perceptie van drukte wordt verminderd. De Zuidtangent wordt daarmee een aantrekkelijke en karakteristieke toegangsweg voor alle verkeerssoorten en een verbindend element tussen het station, het stadshart en de nieuwe ontwikkelingen in Broekhornpolder. Een horizontaal landmark dat bij zou kunnen dragen aan de toeristische aantrekkingskracht van Heerhugowaard.
Ook de ketenmobiliteit moet worden verbeterd. Hoe maak je van station Heerhugowaard een multimodale knoop waarbij het station geen eindbestemming is maar het begin of einde van een andere reis? Hierbij dient rekening te worden gehouden met de enigszins atypische modal-split, met een groot aandeel fiets en auto.
Voor de fiets stellen wij een spreiding van de stallingsmogelijkheden voor. Naast de huidige zou er aan de Zuidtangent ook een stalling moeten worden gerealiseerd.
De auto en bus worden aan de westzijde van het station gepositioneerd. De westzijde biedt meer mogelijkheden voor goede koppeling aan de regio, de oostzijde hoort meer bij de stad en is het belangrijkste domein voor het langzaam verkeer.

Rijtuigenbuurt – Nieuwegein

Opdrachtgever: Mitros (en voor prijsvraag Stimuleringsfonds voor Architectuur)
Opdracht: Revitalisatie woonwijk jaren '70; schetsontwerp afgerond, VO+ in bewerking
Programma: 260 woningen + stedenbouwkundige ingrepen
Samenwerking: WE-architecten

Bloemkoolwijken, een nieuw chapiter
Ooit hét ideaal van een vitale leefbare wijk, lijkt nu te zijn ondergesneeuwd door auto's, schuttingen en een toestroom van nieuwe bewoners. Het woonerf uit de jaren ´70 is getransformeerd van een collectief verblijfsgebied naar een openbaar parkeerterrein. De publieke ruimte die ooit bedoeld was voor recreatie en ontmoeting, dient slechts als doorgangsroute en parkeerplaats en bewoners trekken zich meer en meer terug binnen hun eigen kavel. De publieke ruimte wordt eerder als last dan baat ervaren. De Rijtuigenbuurt in Nieuwegein is een voorbeeld van een bloemkoolwijk waar de scheiding tussen het privé, publieke en collectieve domein onduidelijk is, waardoor de relatie tussen de woning en de leefomgeving vertroebelt. Bovendien versterkt de mix van strokenbouw en erven de onsamenhangende structuur.

Plan van aanpak
1. Placemaking: verscheidenheid binnen de wijk tot uiting laten komen in de plek-specifieke aanpak van verschilldende erven.
2. Proces: geen traditioneel lineair proces, maar de plek met haar direct omwonenden centraal in het proces.
3. Power of 10: een goede wijk wordt gevormd door minstens 10 kwaliteiten, en verder ingezoomd heeft iedere goede plek ook 10 dingen te bieden of 10 redenen om er te zijn.

Zonder in de val van de jaren '70 van een opgelegde collectiviteit te trappen, hebben we de ambitie om de collectieve en publieke plekken van nieuwe betekenis, vorm en beheer te voorzien. Het is tijd is om de relatie tussen de woning en de leefomgeving te herstellen. Integratie van wonen, recreatie en de auto moet op zo'n manier gebeuren dat het niet ten koste gaat van de leefbaarheid van de erven. Ons voorstel gaat over How to Grow Good Bloemkool.
 
Concept Woningaanpak
Drie verschillende typologiën eigendom Mitros, verspreid door de wijk. De Rijtuigenbuurt in Nieuwegein is nu een grijze wijk, in zowel openbare ruimte als bebouwing. De bijnaam van de wijk is dan ook Betonbuurt. Gespikkeld bezit bemoeilijk een totale make-over, maar kan ook als inspiratiebron gelden voor de nieuwe woningaanpak. Het randgroen is een ander karakter welke de wijk in de toekomst kan kleuren. Kopgevels spelen een dominante rol in de verschijning van de gehele wijk. Onderhoud van de openbare ruimte is problematisch, maar onderhoud van privé-groen is vaak goed op peil.

Concept Stedenbouw
Verhelderen: De Rijtuigenbuurt is opgebouwd uit allerlei subbuurten, dit is een kwaliteit die wij willen versterken. De Rijtuigenbuurt zou een mozaïek van plekken moeten worden. Om het geheel samen te houden is een duidelijke en leesbare structuur nodig in de openbare ruimte. Duidelijker onderscheid is hierbij een devies

Verbinden: De Rijtuigenbuurt ligt op een prominente plek binnen Nieuwegein, aan de stadsentree en naast het stadscentrum. Aantrekkelijke verbindingen brengen het stadshart nog dichterbij en zorgen voor minder overlast. Tevens zou er een grotere verbinding moeten worden gerealiseerd met het bestaande groen.

Verbijzonderen: De Rijtuigenbuurt kenmerkt zich nu door veel hetzelfde. Belangrijk is om specifieke plekken te verbijzonderen. Het specifiek vormgeven van het centrale buurtplein is hierin belangrijk. Tevens willen we door de herstructurering van parkeerplaatsen enkele nieuwe bijzondere plekken introduceren. Deze plekken zouden ook als middel moeten dienen om de verantwoordelijkheid van de bewoners met de openbare ruimte te vergroten.

Voorstellen voor verschillende stedenbouwkundige ingrepen en bijzondere functies:

Fietspad: zorgt voor de noodzakelijke aantakking vanuit de buurt op de hoofdfietsroute.
Plekcreatie: door de parkeerstructuur aan te passen, parkeren ook koppelen aan de buurtontsluitingsweg, ontstaat de mogelijkheid bestaande parkeervelden in te richten tot bijzondere plekken. Invloed en betrokkenheid van de bewoners op de plek vergroot het verantwoordelijkheidsgevoel voor de openbare ruimte.

De Buurtkamer: aan de stadsasgelegen bij de Karosbrug een plek om te ontmoeten en uit te wisselen, wellicht om te werken want de Rijtuigenbuurt zit vol met ZZP-ers. De volkstuinen in de groenzone met kassen die tevens als geluidsscherm functioneren. Geen hoge wal, dus de bomen kunnen blijven.

De Stadskas; welkom in duurzaam Nieuwegein
De voetbalsoos; een plek voor jongeren creëren vermindert overlast in de buurt

Openbare ruimte: Specifiek aan een bloemkoolwijk, en dus ook de Rijtuigenbuurt, is de verweving van de openbare ruimte en de bebouwing. Het ene opknappen zonder het andere zal een gemiste kans zijn. Tevens is het noodzakelijk dat er een sterke relatie ontstaat tussen de positionering van specifieke ingrepen in de woningen en de visie op de openbare ruimte. De gemeente is zich hier terdege van bewust en is bezig, samen met Mitros en Jutphaas, een gebiedsvisie op te stellen. De Rijtuigenbuurt speelt hierin een prominente rol, temeer omdat de ingrepen die tijdens de ontwerpwedstrijd door ons bedacht zijn, overgenomen worden in deze gebiedsvisie. Mitros heeft ons gevraagd om deze gedachtes verder uit te werken, ondermeer ter onderbouwing van de ingrepen in de woningen en overgangen naar de openbare ruimte.

 

Reykjavik Square Park – Wintergarden Hotel

Opdracht: Stedenbouwkundig plan plein+ inpassing hotel
Samenwerking: WE-architecten
Lokatie: Reykjavik, IJsland

In the land famous for it's breathtaking space, a new form of space is introduced. A square which resembles a park; a park which resembles a square; Reykjavík Square Park. Together with the new Winter Garden Hotel strongly projected in the existing unclear urban structure, an overall coherence and clear connected urban fabric is created. Reykjavík Square Park operates on different scales, it results in meaningful attractive public space and will be the start of the new city-green-corridor-strategy. Different from the open urban areas in Reykjavik, which work when there is a crowd, the Reykjavík Square Park introduces a scale which responds also to the individual. It's a space for residents and tourists, for children and the elderly, imparting the strong local history.

Kvosin plan revisited

From graveyard to ornamental garden, from parking lot to skate-park. The 'squares' Ingólfstorg and Víkurgarður have often changed their characters and physical layout. Located on the west side of the old city centre, Víkurgarður can, nowadays, be considered as a place of history. Ingólfstorg as a place of activity.   On the east side of the old city centre, bordered by Laekjargata, lies Arnaholl, the place of celebration. The two sides of the old city centre are connected by Austurstraeti and in between lies, in front of the parliament, Austurvöllur, the place of gathering. This all captured between harbour and lake, in the north and south, one could say the structure of the old city centre of Reykjavik is very clear. Nevertheless, due to the dynamics of a city centre and change of scale of buildings, creating frontsides on one square and backsides on the other, the Kvosin plan part of the old city centre can be considered as the weakest point in the old city centre. The interconnection, via alleys and backsides, between the squares Ingólfstorg, Víkurgarður and Austurvöllur is very poorly, provoking plan after plan for this area.

Kvosin and the new city-green-corridor-strategy 

Today is the moment to truly clarify this part of the centre. Creating strong and interesting connections, to make attractive frontsides to the squares, to give Austurstraeti an attractive end (or start), to celebrate space.  In addition the redevelopment of the Kvosin plan and the redevelopment of the old airport area Vatnsmýri will give a great opportunity for the city of Reykjavik as a whole. By using Reykjavík Square Park as a stepping stone and by introducing a green infrastructure on the corridors of the city center a strong linkage can be made between nature and the historical city centre.

A landscape of 1000 activities

Reykjavík Square Park starts from the existing qualities of the area and brings solution in regard to history. By eliminating the border, build up by an undefi ned alley and backsides, between Ingólfstorg and Víkurgarður, a wide open, well orientated, space is created, referencing the wide Aðalstræti from the 19th century. By creating this one place all the historical buildings in this west part of the city center will be addressed at once and the story of backsides and unsafe alleys comes to an end.  An open space is created with a tradition of nonconformity. Reykjavík Square Park will be one of the city's popular spots for both residents and tourists. By day inviting, open and friendly. By night sparkling, pumping, a perfect background for the active night life. It will be a place to stroll and to fi nd your friends. First of all, a new, but familiar, landscape is created. A landscape of hills, some fl at, some with volume. By respecting the historical elements of the park-square and by introducing new elements; a landscape of 1000 activities is created. From skate-park to the place-wheresages- will-be-told, from playground to a sunny terrace, every activity can fi nd it's place. The statue of Skúli Magnússon, the Víkurgarður cemetery and the old tree of Schierbeck are properly reconnected to the heart of Reykjavik. Even the old söluturninum and the old Vikhotel (Vallarstræti 4) can fi nd a perfect fit.  The people of Reykjavik will be given the opportunity the speak up and tell which new activities they would like to see on Reykjavík Square Park. The most popular activities will be created in genuine of the plan. The layout provides fl exibility and can adjust easily to the ever changing demands.

Winter Garden Hotel

The new hotel too plays a signifi cant role in clarifying the existing urban fabric. The building will address both Reykjavík Square Park and Austurvöllur and provides these two pubic spaces with attractive front-sides and a clear connection; The Winter Garden. This covered public connection is also the entrance and the lobby of the new hotel. The hotel will play an important role in activating the public areas. Shops, supporting activities, like cloth-pressing, and nightclub Nasa will be positioned in the ground floor. The scale differences of buildings in Reykjavik is interesting though challenging. The new hotel will combines these differences of scale: low at the public areas and higher in the middle. The hotel also connects the past and the new by including two monumental buildings. On the corner on Austurvöllur (Thorvaldsensstræti 2) a restaurant open to public and hotel is situated while the opposite corner the relocated Aðalstræti 7 will be the place to make reservations and start expeditions to the wide open space of Iceland's nature.

Sustainable approach

Combinations in scale and history is also translated to the building's materialisation. Façades of concrete containing large Icelandic stones are topped with a green roofing of thick Icelandic grass like the traditional grass-houses. The Winter Garden Hotel combines local materials and proven traditions with a optimistic and appealing approach for the future. Reykjavík Square Park does not take the urban errors of the 80s as a starting point, but instead creates a clear framework for history and opens up the old city centre to new chances and a bright future. By carefully repositioning the existing functions in and around the plan site, well addressed and inspiring public spaces are created, guaranteeing a breath of new life in to the city.

‘t Vaneker – Enschede

Rijnboutt
1e Prijs

Opdrachtgever: Gemeente Enschede en de Rabobank Enschede-Haaksbergen
Opdracht: Prijsvraag, “Bouw natuurlijk je eigen vrijheid” In totaal zijn 166 prijsvraaginzendingen uit binnen- en buitenland ingezonden. www.dating-vaneker.nl werd unaniem door de jury als winnaar gekozen.
Programma:Wonen met collectief opdrachtgeversschap

De eigenlijke opgave van deze prijsvraag was niet zozeer het ontwerpen van een mooie villa, maar wel het bedenken van een proces waarbij collectiviteit wordt vormgegeven vanuit particulier opdrachtgeverschap. Met www.dating-vaneker.nl ontwikkelde Rijnboutt een tool die een antwoord gaf op deze vraag. De website brengt geïnteresseerde kavelkopers samen op basis van gemeenschappelijke kenmerken en bouwt eerst aan een virtuele collectiviteit alvorens deze in de reële wereld te verwezenlijken.

Het uiteindelijke doel is om een hoogwaardige en coherente woonomgeving te creëren waarbij het initiatief ligt bij particuliere opdrachtgevers, die op een ongedwongen manier bewust gemaakt worden van de bredere maatschappelijke, ruimtelijke en culturele opgave bij het bouwen van een eigen huis.

Uit het juryrapport:
“Op een originele en doordachte manier verplaatst de ontwerper zich in toekomstige kavelkopers. Dat blijkt om te beginnen uit de intelligent opgezette website waarmee gelijkgestemden elkaar vinden om samen een hoeve te vormen. Zij kunnen op hun gemak thuis keuzen maken waarmee latere misverstanden tussen kavelkopers worden voorkomen. De wijze van aanpak en het uiteindelijke resultaat getuigen van een originele en vakmatige houding die doorslaggevend is voor de jury.”

Uit: “Thuiskomen in Twents Landschap”, juryrapport ’t Vaneker

Open Fort 400 – Amsterdam

Finalist

Opdrachtgever: Ymere, Nai en Gemeente Amsterdam
Opdracht: Tweede ronde prijsvraag Openfort400 (5 genomineerden uit 102 inzendingen) inzending 'Buiksloterham Unzipped'
Samenwerking: Groep Noord (samenwerkingsverband tussen Matteo Kuijpers, Maartje Nuy, Takeshi Mukai en René Kuiken)
Programma: Ontwerp een katalysator voor de wijk Buiksloterham in Amsterdam Noord met wonen en werken

Het stedenbouwkundig voorgestelde bouwvolume van Architectuurcentrale Thijs Asselbergs. wordt ‘unzipped’ (opgedeeld). De  kleinere eenheden zorgen voor een grote diversiteit aan programma in de openbare ruimte. Er ontstaat een plek waar bezoekers de nieuwe identiteit van Buiksloterham maximaal kunnen ervaren en bewoners hun eigen idealen kunnen realiseren, zowel in werken als wonen: in het leven.

Werkruimte komt op de begane grond en eerste verdieping en woonruimte hoofdzakelijk daarboven. Hierdoor ontstaat een kleurrijk en gedifferentieerd leven op straat. De ruimte rond de verschillende bouwvolumes blijft volledig openbaar. De particulieren kunnen individueel, of in collectief, de grootte van het gewenste bouwvolume aangeven binnen de regels van het kavelpaspoort. Door regels te stellen aan de geleding van de gebouwen wordt een hoge dichtheid, gecombineerd met veel licht en doorzichten, mogelijk gemaakt. Er ontstaat een spannende sequentie van kleine openbare ruimten tussen de verschillende bouwvolumes. Door stroken loodrecht op het IJ onbebouwd te laten, is vanuit het hele plangebied contact met het IJ.

Wonen en werken hebben altijd een directe relatie gehad in Amsterdam Noord. ‘Buiksloterham Unzipped’ pakt dit gegeven op en zet het maximaal in. Het voorstel is geen vaststaand plan. Het is een strategie om een duurzame, kleurrijke en levendige plek te maken. Wonen en werken wordt op kleine schaal gecombineerd en particulieren krijgen maximaal de ruimte om eigen initiatief te nemen.

Europan 11 – Allerød

Selected entry

Opdrachtgever: Europan Denmark en gemeente Allerød
Resultaat: Selected entry ( 6 beste ontwerpen)
Samenwerking: Cécilia Gross & Martijn Al

In het kader van Europan 11 is in samenwerking met Cécilia Gross en Martijn Al een plan gemaakt voor de uitbreiding van de dorpen Lillerød en Blovstrød ten noorden van Kopenhagen. Om de trend te stoppen van een langzaam dichtgroeiend landschap tussen de dorpen, stellen wij als hart van de uitbreiding een park voor. Het park vormt een nieuw sociaal centrum van de uitbreidingswijk en de twee dorpen.

Allerød City Green

The paradox of the suburb is that, in this quiet safe environment, individuality is ‘physically’ most manifested. Closed gardens, empty streets. The question is how to expand a suburban city in such a way that connectivity on social and physical level is stimulated. A sustainable city, is a city where people are connected, live in harmony with nature and celebrate life.

The in-between
The area between Lillerød and Blovstrød is, considered by The Fingerplan of the capital Copenhagen, one of the last areas to develop. This possible future of this area made it for years an area where every function, which couldn’t find an easy fit in the existing urban fabric, found it’s place. Resulting in a diffuse area, no nature or city, inhabited by sportsvenues, retail, leisure and enormous compounds of commerce. The ugly face of urban sprawl.
This will, most certain, be an ongoing process, starting with the wish to create an extra 600 dwellings in this area. To stop this ‘filling up’, it’s of high importance to create an overall vision for the municipality of Allerød. The future character of the ‘in-between’ space should be determined now!
‘Allerød City Green’ brings this solution in the sense of The Fingerplan. Safeguarding proximity to nature, free-flowing traffic, an attractive urban environment and leisure area as well as a beautiful countryside.

Masterplan
The different facilities in the in-between area play on a social level an important role. This is where the inhabitants meet. By concentrating these leisure and sports-facilities, in a central suburban park, a stronger link between the two cities is being made. A new modern village green, on the scale of Allerød, is created. This is where the inhabitants, surrounded by an urban fringe, will celebrate Sankt Hans aften, do sports, clean their water and spend there lunchbreak. The new City Green is both center and green space.

The new typology
The typology of the suburb is known for his closeness. Behind high fences, made out of green or wood, lies the private domain. The public street, where nothing is happening, is made out of closed walls. The average suburb plot in Allerød is one third house and two third garden. By dividing the private garden in a private and collective part a new suburb typology is created.
The collective area’s in between the houses , the suburban mews, will bring, even on the lowest scale, connectivity. Owned and activated by its surrounded inhabitants a new suburban life is created.
The variety of private spaces, back-, front- , in-between gardens, patios and terraces, determine a rich variety of typologies. And the houses have a clear relationship with the street. No more closed green walls but the theatre of the private house on the street.

City of Allerød, a sustainable city
The economical activity of Allerød is to attract more families with children and people of working age. This can, if not master-planned, be a very destructive force. ‘Allerød City Green’ is considering these consequences as the main design issues, and therefore determines, in advance and well connected, places for social and ecological consequences.

Studio for Unsolicited Architecture

Onderzoeksprogramma
Opdrachtgever: NAI, Ministerie Infrastructuur & Milieu, Mondriaan Fonds
Resultaat: Geselecteerd
Initiatief:TEAM NUT (ELstudio, de Gezonde Stad en René Kuiken Urbanism)
Samenwerking: Fakton, AM Amsterdam, Zuidpark bv en dRO

Leegstand in kantorenland is ondertussen een bekend gegeven. Vele kantoren staan leeg en ongebruikt aan de randen van de steden en zullen, indien er niets gebeurt, waarschijnlijk niet meer als zodanig in gebruik genomen worden. Dit is op den duur niet alleen een probleem voor de pandeigenaren (er wordt gesproken over een waardevermindering van 27 miljard euro), maar ook voor de stad. Het zorgt voor verpaupering waardoor delen van de stad in een neerwaartse spiraal terecht komen.
Gezocht moet worden naar een alternatief, een nieuwe economische invulling.

Het onderzoek N.UT. stelt dat monofunctionele kantoorgebieden met leegstand gebruik moeten maken van de potentie die de noodzakelijke transitie naar een duurzame energieopwekking in zich heeft. Door het toevoegen van energieopwekking, in de breedste zin van het woord (dus inclusief voedselproductie), in de gaten van de stad kan verdichting en optimalisatie van grondgebruik samengaan met behoud van groen en landschap en kan er een nieuwe economie worden aangeboord. Hiermee kan de waardevermindering van deze gebouwen en gebieden worden verminderd en kan de transitie van monofunctioneel kantoorgebied naar een multifunctioneel gebied, inclusief energie- en voedselproductie, sneller en makkelijker worden.

ZIE BIDBOOK

Europan 10 – Emmen

2e prijs

Opdrachtgever: Europan Nederland en Gemeente Emmen
Resultaat: Tweede prijs locatie Emmen, inzending 'Shaping Voids' (184 inzendingen europan Nederland)
Samenwerking: Cécilia Gross & Matteo Kuijpers

Planbeschrijving: De inzending presenteert een viervoudige strategie. Om te beginnen zorgt een raster van grove dennen voor eenheid in het geheel van straten, parkeerterreinen en onbebouwde plekken. De bomen vormen ook een verbinding tussen het stadscentrum en het bos. Vervolgens wordt het patroon van de stad ingevuld met zorgvuldig toegevoegde bouwvolumes, waardoor duidelijk begrensde straten en besloten open ruimten ontstaan. Hierna worden deze open ruimten geactiveerd door programma’s waaraan ze hun identiteit ontlenen. Ten slotte krijgt elke woning haar eigen ongeprogrammeerde ruimte: een vrije zone van 3 x 9 meter, die desgewenst kan worden benut om uit te breiden. De woningen hebben geen achterkanten of achtertuinen.

Juryoordeel: Met een intelligente strategie slaagt Shaping Voids erin de opgave in Emmen op verschillende niveaus tegemoet te treden. Om te beginnen wordt de waarde bewezen van een visie die zich niet beperkt tot de Europanlocatie in strikte zin. Een raster van  dennenbomen blijkt dan een doeltreffende manier te zijn om van een groter gebied de structuur en de identiteit te benadrukken. De grootste kracht van het plan zit hem in de manier waarop zowel in het openbare als in het private domein lege ruimten (de ‘voids’) worden ingevuld. Door de mogelijkheid die de bewoners wordt geboden om de vooralsnog ongeprogrammeerde privébuitenruimte in een later stadium verder in te vullen – eventueel met een uitbreiding van de woning – zijn de huizen aantrekkelijk voor de jonge  inwoners die Emmen aan zich wil binden.